In de broek plassen en ‘Intelligent design’

in de broek plassen www.ikzegniets.nlVroeger, als kind, plaste en scheet ik overal waar ik stond. Heerlijk vond ik dat. In het zwembad, in de douche, in bad, in bed en in mijn broek. In het begin was dat altijd heerlijk warm. Pas als het zover was afgekoeld dat het koud begon aan te voelen, dan was de lol er af, en dan meldde ik me bij mijn ouders. De reacties van mijn ouders was wisselend, van begripvol (een ongelukje) tot uiterst agressief (wat sta je nu weer in je broek te schijten @#!).
Het heeft me veel moeite gekost om er vanaf te komen. Op de een of andere manier werkt belonen – in de vorm van een warme broek – beter dan straffen. Maar goed, ook bij mij is het allemaal goed gekomen. Gelukkig maar. Je moet er niet aan denken … Ik ben nu 53.

Als baby’s ijspegels zouden schijten zou de periode van zindelijk maken enorm worden bekort. Maar ik vind het op mijn leeftijd nog steeds fijn dat wij onze afvalstoffen lozen op lichaamstemperatuur.
Het kleine jongetje dat graag in zijn broek poepte, zit als het ware nog steeds in mij. Als ik voor een grote boodschap op de WC zit, en hij wil er niet goed uit – hij blijft als het ware halverwege steken – dan vind ik dat helemaal niet erg. Lekker warm! Zou het een ijspegel zijn geweest die er half had uitgehangen, dan was dat anders geweest. Ik geloof niet dat ik in dat geval ooit op mijn gemak de krant op de WC had zitten lezen. Als je er goed over nadenk, dan is het toch fenomenaal waar de schepper allemaal rekening mee heeft moeten houden toe hij de mens ontwierp.

Ik zie het bezoek aan het kleinste kamertje dan ook als een meditatiemoment voor de kleine man. Noem het maar een Westerse vorm van meditatie. Je laat in een veilige ruimte alles van je afvallen en je ontvangt warmte, rust en bezinning. Je komt even los van alle materie. De WC als een soort tempel. Ja, zo zie ik het. Als ik dan mediterend nog een stap verder ga, kom je tot het inzicht dat het in de broek plassen een belangrijk onderdeel is van het ‘Intelligent design’ van onze schepper. Zoiets kan een gewone sterveling niet bedenken.