Inkakken – ik kende het woord niet
Inkakken, ik vind dat een een machtig woord!
Ik kende het woord ‘inkakken’ niet. Ik had er nog nooit van gehoord. Uitkakken kende ik wel. Daar kon ik me ook wel iets bij voorstellen. Maar bij het woord ‘inkakken’ bleef het beeld op zwart staan. Heel even had ik associaties met sommige sportwedstrijden. Bij het hardlopen kennen ze als voorbereiding op de wedstrijd het inlopen, en bij het zwemmen het inzwemmen.
Ik zag het helemaal voor me. Inkakken als voorbereiding op een kakwedstrijd. Denk aan lange afstand kakken, doel kakken, estafette kakken, sprinten … Weet je, ik denk in plaatjes. Nou, en als je dan met een wedstrijd mee doe, dan kun je even voor de wedstrijd de zijlijn inkakken …
Ik hoorde het woord ‘inkakken’ voor het eerst bij een klant van mij. Hij was de hele tijd bang om in te kakken. Toen ik niets vermoedend vroeg: hoezo? Kreeg ik een heel vreselijk verhaal over inkakken. Inkakken voor, inkakken na, slaapgebrek, snurken, Abneu, zijn ogen niet open kunnen houden … Om een lang verhaal kort te maken; hij was bij de dokter geweest, ziekenhuis, slaappoli, de homeopaat … Kortom, het viel allemaal niet mee.
Maar sinds dien weet ik wel wat inkakken betekent: Gewoon effe in slaap vallen; Een tukkie doen.
Pff, en ik er maar de hele tijd over in zitten dat hij me om een schone onderbroek zou vragen …
Voorbeelden:
- kakt u ook in?
- kijk die ingekakte baby met die volle luier eens lekker slapen!
- de kakkende kakker had al heel wat gekakt toen hij helemaal inkakte.