De ster van de fanfare

Ome Toon - Trompet ikzegniets.nlOme Toon was altijd een groot liefhebber van de fanfare. Zijn vader zat bij de fanfare, zijn zoons zaten bij de fanfare, zijn dochters en broers en zussen zaten bij de fanfare; de hele familie zat wel bij de fanfare of had bij de fanfare gezeten, en moeders waste de uniformen voor, jawel, de korfbalclub en … de fanfare. 

Ome Toon had een wind gelaten tijdens de wekelijkse repetitie van de fanfare en niet zo’n kleintje ook. Het was hem wel eens eerder overkomen maar toen hadden ze de bron niet kunnen achterhalen.
Het was de laatste noot in de solo. De hele week had hij al geoefend en die noot moest uit zijn tenen komen, de hoogste noot op een trompet, vijf seconden lang. Op de fiets naar het oefenlokaal had ie alles de vrije loop kunnen laten, hoogstens een voorbijganger die een wenkbrauw optrok, maar in het kleine oefenlokaal met 40 blazers hou je je toch een beetje in.

Hij had tijdens het nummer angstvallig de billen al bij elkaar geknepen want hij voelde al dat hij kopjes gaf. Dat ging best aardig. Maar hij wist dat ie alles moest geven voor die laatste noot dus hij dacht “in godsnaam dan maar”. Hij nam me een hap lucht. Met alle macht blies hij, maar zijn kringspier gaf op het laatste moment de pijp aan Maarten. De hele fanfare inclusief de dirigent had hem vol bewondering aangekeken; het was nog niemand bij de fanfare gelukt om die laatste noot ten gehore te brengen maar Ome Toon had het hem geflikt. Maar die laatste noot kwam niet uit zijn tenen en ook niet uit zijn trompet.

Hij werd de ster van de avond of liever gezegd; hij had de ster van de avond, maar dat wist niemand. Hij werd overladen met complimenten en schouderklopjes; zijn collega-trompettisten vroegen hem waar hij de kracht en de zuiverheid vandaan haalde en of hij ze dat kon leren. Ome Toon was zo trots en complimenten, nou dat kreeg ie er thuis niet voor, hoogstens een draai om zijn oren…

Toen het begon te meuren had Ome Toon maar snel die dikke met die tuba beschuldigend aangekeken. “tststs dat doe je toch niet” mompelde Ome Toon terwijl ie de ramen openzette.

Onderweg was ie fluitend nog even langs de bloemenzaak gereden om een ruikertje te kopen voor zijn vrouw. “Goh, Toon, wat een prachtige bos”. Ze pinkte een traantje weg want ze had nog in geen 20 jaar een bloemetje meer van hem gehad. “Omdat ik zo van je hou, Trui, en omdat je zo lekker kan koken”. Ja, Ome Toon is gek op zijn Trui, en op woensdag d’r hachee met rauwe ui.