Een goede arts hoeft alleen maar aan zijn patiënt te ruiken

reukorgaan van dr arie - ikzegniets.nl Dr. Arie is door het overkoepelend orgaan van de ziektekostenverzekeraars voor de tweede achtereenvolgende keer uitgeroepen tot de best presterende arts van de lage landen. Het geheim voor zijn succes? Goed aan je patiënten ruiken!

Dr Arie: Het belangrijkste van het artsenberoep is de juiste diagnose stellen. Heb je de juiste diagnose dan liggen de draaiboeken klaar om tot genezing te komen of indien genezing niet mogelijk is, tot een optimale verpleging. Een arts komt tot een diagnose door waar te nemen. Mensen nemen waar door middel van zintuigen. En daar zit nou de kneep. Mensen gebruiken hun zintuigen niet optimaal. In de westerse wereld worden van de 5 zintuigen ‑ de reuk, tastzin, smaak, gezichtsvermogen en gehoor ‑ alleen het gezichtsvermogen als relevant beschouwd. Op basis van vrijwel alleen het gezichtsvermogen is een zeer complexe maatschappij opgebouwd die vrij succesvol opereert. Bewijsstukken zijn altijd documenten met een handtekening. Nooit een lekker luchtje of zo. Door toeval en interesse heb ik mijn reukzintuig kunnen ontwikkelen. Mijn invalshoek is de medische sector. Het is reeds in mijn studietijd gebleken dat mensen met ziektes anders gingen ruiken. Reeds in mijn studietijd kon ik alle kinderziektes op reuk onderkennen.

Ik had als kind altijd de gewoonte dat ik overal aan zat te ruiken. In de tijd dat ik nog op de lagere school zat was ik altijd dol op de geur van een pas geslepen potlood. Ik versleet altijd veel meer potloden als mijn klasgenoten. Ik snoof ze op als het ware. Ook mijn schriften vond ik altijd erg lekker ruiken.

Honden

Rond mijn ouderlijk huis hadden wij erg veel hondenbezitters wonen. Die beesten liepen vaak los. Het hondenbestaan boeide me erg. In tegenstelling tot mensen zijn de honden voornamelijk op de reuk georiënteerd. Volgens mij bestaat de wereld van een hond uit miljoenen geuren. Als kind ben ik ‑ als ik het zo mag stellen ‑ die wereld binnen gerold. Als we verstoppertje zaten te spelen, zag ik vaak honden allerlei geurtjes achterna jagen. Een ogenschijnlijk oninteressant blaadje bleek vaak onevenredig veel belangstelling te krijgen. Op een gegeven ogenblik ben ik op onderzoek uitgegaan en ben ook aan blaadjes en dergelijke gaan ruiken. Ja, zelfs hopen waren niet veilig voor mij. Eerst werd ik geconfronteerd met een willekeurige reeks geurtjes die mij niets zeiden. Later kwam het onderscheid. Een geur bleek een schat aan informatie te bevatten. Urine bevatte de meeste informatie, doch ook de informatieopslag in een hoop mag niet onderschat worden. Urine gaf vrijwel volledige informatie over zijn eigenaar. U moet hierbij denken aan leeftijd, ras, sekse, conditie, rangorde en voortplantingsvermogen. Bij een hoop had je een wat minder duidelijk beeld, doch het gaf wel meer informatie over het dieet, en de toestand van het spijsverteringskanaal.

Deze spelenderwijs opgedane ervaring bleek later de basis te zijn geweest voor het succes van mijn carrière. De jaren 80 waren mijn studie jaren. Vanwege mijn ruime studietoelage van mijn ouders heb ik in die tijd een indrukwekkende collectie Audio Cd’s aangelegd. De collectie is voornamelijk gebaseerd op geur. Ik heb de filosofie, dat een Audio CD die goed ruikt, ook goed van klank is. De verpakking van een dergelijk product moet in harmonie zijn met de inhoud. Anders heb je er niets aan. Zo heb ik ook wel eens 2 dezelfde CD’s gekocht met een andere geur. De Cd-verkopers keken altijd vreemd op als ik aan hun koopwaar zat te ruiken. Maar omdat ik een goede klant was, zei men er niets van. Met een zekere verkoper had ik in die tijd een goed contact. Deze man wist precies mijn smaak. Dat was een fijne vent. Ik weet niet wat er later van hem geworden is, maar hij zal het wel gered hebben. Daar ben ik van overtuigd.

Mijn vriendinnen waren mijn eerste objecten

In die tijd ben ik ook begonnen met het ruiken van mensen. Mijn vriendinnen waren mijn eerste objecten. Een meisje dat niet lekker rook dat kon het schudden bij mij. Het moge duidelijk zijn dat ik hiermee praat over de lichaamsgeur zonder storende invloed van commercieel verkrijgbare luchtjes. Dit betekent niet dat de meisjes waar ik niet op viel stonken, maar de geur paste gewoon niet bij mij. Een studie vriend van mij had altijd hele mooie vriendinnen waar ik helemaal niets mee had. Ondanks het knappe uiterlijk zou ik daar puur vanwege de lichaamsgeur geen erectie bij kunnen krijgen. Uiteindelijk ben ik getrouwd met een heel lelijk meisje wat heel lekker rook. Omdat de geur zo belangrijk is in mijn waarneming heb ik dus vanuit mijn oogpunt de mooiste – of beter gezegd de lekkerste – vrouw van de wereld. Het is ook genetisch over te dragen. Mijn kinderen ruiken ook heel lekker. Het jongetje iets lekkerder dan het meisje maar zeker niet verkeerd.

Met de studie vlotte het niet zo heel best. Die leed erg onder de reukactiviteiten van dat moment. De ontwikkeling van mijn reukzintuig heeft de ontwikkeling van mijn beeldend vermogen negatief beïnvloed. Of anders gezegd. Mijn gedachtewereld bestond grotendeels uit geuren en luchtjes, terwijl die van mijn medestudenten grotendeels uit beelden en tekst bestond. Dit was een handicap, doch een portie doorzettingsvermogen en het idee een jongen van Jan de Wit te zijn, heeft mij er doorheen doen rollen.

Zoals gezegd, in deze tijd ben ik begonnen met het ruiken aan patiënten. Tijdens mijn Coassistentschap heb ik ervaring opgedaan op een kinderafdeling. Deze kleine mensen waren dankbare objecten. Wat bij volwassenen nooit mogelijk zou zijn, kon hier wel. Hier kon ik ongestoord aan mijn patiëntjes snuffelen. Dat is iets dat bij volwassenen niet zonder meer geaccepteerd zou zijn.

4 basisgeuren

Mijn werkwijze was als volgt: Eerst werden alle geuren geïnventa­riseerd en in kaart gebracht. Daarna zijn deze gegroepeerd overeenkomstig het ziektebeeld. Het in kaart brengen van de geuren was een moeilijke opgave. U moet weten dat voor het omschrijven van geur weinig taal beschikbaar is. Op experimentele wijze ben ik tot de slotsom gekomen dat alle geuren een combina­tie zijn van 4 basisgeuren. Op grond hiervan heb ik voor elk ziektegeval aan deze 4 basisgeuren een percentage toegekend. Dit betekende dus dat een ziekte getalsmatig vastgelegd kon worden. Deze cijfers zijn niet hard. Dat is duidelijk. Het percentage is erg onnauwkeurig en erg gebonden aan mijn reukorgaan. Ik hoop dat de heren technici in de toekomst sensoren ontwikkelen, waarmee deze basisgegevens op nauwkeurige wijze vastgelegd kunnen worden.

Kinderen

Kinderen bleken ideaal te zijn om mee te beginnen. Volwassenen onderzoek is veel moeilij­ker. Dit komt omdat deze lieden het reukbeeld verstoorden met parfums, aftershaves en dergelijke. Ook het gebruik van medicijnen kan het reukbeeld totaal verstoren. Mijn patiënten vraag ik dan altijd of ze twee dagen voor het onderzoek geen geurmiddelen willen gebruiken. Vaak heb ik mensen om deze rede weer naar huis moeten sturen. Bij kinderen had je meestal deze problemen niet. En als je met een geur geconfron­teerd werd die je niet thuis kon brengen, dan kon je op algebraï­sche wijze nagaan of het reukbeeld niet overeen kwam met een complex van twee of meer ziekten. Dit laatste is werk voor de computer uiteraard. Het grootste probleem voor dit moment is het in kaart brengen van geuren die veroorzaakt worden door het gebruik van medicijnen. Hoewel het onderzoek nog niet beëindigd is, zijn de tussenresultaten verbluffend. Dit laatste aspect heeft ervoor gezorgd dat ik enorm snel en in een vroeg stadium een juiste diagnose kan stellen. En als ik eerlijk ben, het werk van een arts is voor 90% het stellen van de juiste diagnose. Als de diagnose eenmaal gesteld is, dan geeft elk willekeurig handboek de handelingen aan, die leiden tot het genezingsproces.

Klacht

Zoals ik reeds vertelde, heb ik het baanbrekende werk tijdens mijn coassistentschap verricht op de kinderafdeling. Kinderen zijn nog dermate ruimdenkend dat hier geen problemen ontstonden. Wel was het belangrijk deze activiteiten te staken indien er verplegend personeel in de buurt was. Bij volwassenen ging ik wat voorzichtiger te werk. In de eerste instantie stelde ik de diagnose op traditionele wijze. Kwam ik er op die wijze niet uit, dan viel ik terug op mijn onfeilbare reukorgaan. Dat betekende dat ik met een list onopvallende snuffelactiviteiten moest ontwikkelen. Bij het onderzoek van een vrij appetijtelijke dame is de zaak bijna geëscaleerd. Deze dame kreeg in de gaten dat ik haar zat te besnuffelen. Zij heeft een klacht tegen mij ingediend, en de zaak aanhangig gemaakt bij het medisch tuchtcollege. Daar het snuffelen aan patiënten niet strafbaar is, is deze zaak met een sisser afgelopen. Doch deze ervaring heeft mij wel geleerd wat voorzichtiger op te treden.

Met name de urine en ontlasting

Op het ogenblik zijn mijn snuffelactiviteiten voornamelijk geconcentreerd op de uitwerpselen. Met name de urine en de ontlasting. Zoals ik eerder reeds opgemerkt heb, is de informatie opslag in urine groot. Zeer groot. Ik moet zeggen dat ik 90% van mijn diagnoses reeds kan stellen, door louter en alleen aan de urine te ruiken. Dit betekent echter wel dat ik minder patiënten kan behandelen als dat ik eigenlijk zou willen. Dat komt vanwege de ammoniakdampen die uit de urine opstijgen. Om steeds tot een onafhankelijke meting te komen, heeft mijn reukorgaan een zekere hersteltijd nodig. Dat is jammer.

Als blijkt dat de gegevens die uit de urine verkregen wordt niet voldoende is, dan licht ik mijn patiënten in over mijn werkmethode. Indien er geen bezwaar is, dan besnuffel ik hun op karakteristieke plaatsen, waardoor een totaalbeeld verkregen wordt, dat zonder meer tot een juiste diagnose leidt. Bij karakteristieke plaatsen moet U dan denken aan de adem, onder de voetzolen en de hoofdhuid. Met name de adem en de voetzolen geven vaak de missende informatie.

In verwachting

Als anekdote heb ik het volgende verhaal zal ik u het volgende verhaal niet onthouden. Dit betreft het probleem van de slechte adem: U moet goed begrijpen dat iemand niet zomaar met een kegel van een adem rondloopt. Zo’n iemand is ziek. En dat niet alleen, hij is een last voor zijn omgeving. Laatst kwam er een man naar me toe, alsof hij een gierput ingeslikt had, zo stonk hij. Mijn neus had een hersteltijd nodig van zes en half uur. Ik kon de rest van die dag geen patiënt meer helpen. We hebben ze allemaal naar huis moeten sturen. Maar goed, alleen vanwege het feit dat de man een onjuist functionerende darmflora had, dreigde zijn huwelijk op de klippen te lopen. Het moge duidelijk zijn dat zo’n kegel niet bijdraagt tot romantiek. Na een juiste diagnose van mij, is de man geholpen. Hiermee heb ik als een praktiserend arts een huwelijk gered. Zijn vrouw is op het ogenblik in verwachting. En als mijn neus mij niet bedriegt, dan is de kans op een twee‑ of drieling niet uitgesloten.

Het moge duidelijk zijn dat deze methodiek van diagnose stellen zeer concurrerend is en de kosten voor de zorg in positieve zin zal beïnvloeden.