De afhaalchinees

de afhaalchinees - ikzegniets.nlUL de Waal gaat tegenwoordig wat vaker naar de afhaalchinees …

Mijn vrouw is bij me weg, maar goed ook, anders had ik haar een handje geholpen. Het kan me nog niet eens schelen waarheen, opgeruimd staat netjes. Ik heb nu al medelijden met die nieuwe vent van haar, maar ja hij komt er vanzelf achter. Is meestal zo. Het is met alles zo; in het begin is alles rozengeur en maneschijn; liefje, schatje, duifje, kusje, maar na de eerste wind onder de lakens van de opgewarmde hachee van afgelopen weekend, dan begint meestal het geouwehoer al, al ruikt ie nog zo lekker.

Maar goed, het gebergte is in beweging gekomen en achter de horizon verdwenen. Maar ze had ook haar goeie kant; het enige waar ze echt voor deugde was koken. Maar goed vind je het gek, die stond 12 uur per dag aan het aanrecht. Logisch dat je dan een beetje kan koken. De slijt plekken in het keukenzeil zijn daar nog getuige van, zelfs de lagers van de bestekla waren eruit gelopen en het was een wonder dat ze het kastdeurtje van de koffiebekers niet op der bochel heeft gekregen, want het hele spul hing nog maar aan één schroefje.

Maar goed het hele kadaver is vertrokken, nou ik heb de schurft aan koken, maar je moet eten nietwaar. Heb je eindelijk de zooi in huis dan begint het al. De uien snijden voor de macaroni. Natuurlijk 4 keer in me poten gesneden omdat ik niks zag door de tranen, en toen Jan belde of dat ik niet mee ging kaartje leggen, kwam ik terug, lag me duimnagel tussen de kroten, althans ik dacht het kroten waren maar het bleken de uien te zijn, waar op mijn duim was leeggelopen. De hele zooi bij elkaar geflikkerd en uurtje laten sudderen net zoals die opgedirkte rollade altijd zei. “Nou nog een uurtje sudderen UL, dan gaan we eten”, ik heb het wel honderd keer gehoord en dan ga je toch dingen onthouden.

Nou na een uur was ik benieuwd. Ik vond het al zo raar ruiken, helemaal niet zoals bij die gebochelde grindtegel het altijd rook en ja hoor, ik kon de bagger uit de bodem van de pan steken. Verrek maar, dacht ik, ik ga chinees halen, die jongens zijn altijd snel klaar, dat gezeik met dat koken.

Dus ik naar de afvalafhaalchinees. Terwijl ik zit te wachten op mijn nasi met kipkerrie nr 28, valt het me op dat ik altijd het geluid van de rammelende wokken hoor en lachende chinezen achter dat klapluik. en ja hoor; het luik gaat weer open en daar staat weer 2 kilo loeihete chinees voor de afhaler voor mij. Ik zie een glimp nog het gebakken ei in een bak bami liggen. Hoe doen ze toch, je wordt besodemietert, UL, dat kan nooit.

Ineens heb ik het; der staan natuurlijk gewoon 10 magnetrons te loeien waar ze de bel hebben uitgesloopt en die ouwe chinees staat lachend in een lege wok te rammelen om de klanten te foppen. Witheet loop ik weer naar buiten, die ouwe rijdt de dikste Mercedes die er is, en ik om 6 uur me nest uit om me de schompes te werken.

Ik heb er nog nooit één achter het klapluik vandaan zien komen die zei “nou nog een uultje suddelen, UL, dan kan je eten.”

Meer boze en gefrustreerde verhalen van Ul de Waal